top of page
_edited.jpg

GEDICHTEN

uit: 'Kraanvogels'

Wij

Wij weten wat we niet kunnen zeggen
wij leven hier in de verte zonder woorden
wij voelen wat we bijna vergeten waren
oude dingen over onszelf wij is schapen
is lammeren is wij om naar te zoeken wij
is een kudde is honden is haar om ons te leiden
opdat er altijd een weg terug is want wij
is onze taal is gras is water brokken zout
is de stilte van onze lammeren

Wij leven hier in warmte wij is het hevigst is één
wij leven tegen haar rots en wanden, haar bewegingen
resoneren diep in ons onze ogen oren als wij
haar stofgoud volgen, de zon dicht gaat wij zorgen voor de bergen
opdat varens en jeneverbessen geen coup en overrompelen
zij de herder onze honden wij de kudde rouwen
om onszelf om ieder van ons: verloren prooien

 

Wij zien een mens die steil omhoog klimt
een uur verticaal en dan de eerste hoge bergpas
aan haar linkerhand wij zijn haar excuus
nog voor ze naar bed gaat staat ze al weer op
wij zijn haar brood haar liefde haar verdriet
wij zijn de witte vlekjes in de verte om eeuwig te zoeken
zij is de stille dwaalgast op gindse kam
wij zijn een stroom wij zijn water, o o o
een mens verzamelt ons, onze borders onze patous
beschermen ons ook als we afdwalen
in de doorsteek van onze rotsspleet hier
kerven herders al vele honderden jaren hun naam

 

Wij zien na een bloedrode sneeuwtoppen verlichtende
zonsondergang, als de zogezegde razendsnelle speer
in de nacht een maan opkomen, groot rond koud
leer ons de sterren kennen, wij voelen verschijnen

in onze oude zielen de diepe schoonheid van het al
wij voelen stromen van deze mens de fascinatie
wij voelen stromen haar liefde over alle boorden heen
leer haar de sterren kennen geef haar het gekleurde

geef haar het gekleurde briefpapier voor het leven
dat haar vervult, het stormt op de kam tranen lopen
over haar gezicht wij zien haar zoeken naar de uil
op haar pols aan de noordkant valt haar mond open

 

Wij zoeken ons kroost en andersom een jong schaap
weet de weg nog niet behoeft een kudde om te volgen
zij behoeft een kudde als wij zien onze dag nu geheel
ten einde zij ons flessenlam vanavond trakteert
op warme opgeloste poedermelk in slaap valt
tussen ons in onze stront in als we allemaal
allemaal samen de schuur in in

                                                                                                                                     

Wij weten wat we niet kunnen zeggen
wij leven hier in de verte zonder woorden
wij voelen wat we bijna vergeten waren
oude dingen over onszelf wij is schapen
is lammeren is een wij om naar te zoeken wij
is een kudde is honden is haar om ons te leiden
opdat er altijd een weg terug is want wij
is onze taal is gras is water brokken zout
is de stilte van onze lammeren

bottom of page